Intergenerationele laaggeletterdheid: de samenwerking tussen ouders en school
Foto door Gautam Arora op Unsplash
Introductie
In mijn vorige blogpost heb ik uitgelegd welke invloed ouderlijke betrokkenheid bij de scholing van hun kinderen heeft op hun schoolprestaties en dat kinderen van laaggeletterde ouders hier nadelen van ondervinden. In deze blogpost ga ik het hebben over het tegengaan van intergenerationele laaggeletterdheid en het stimuleren van ouderlijke betrokkenheid door middel van een samenwerking tussen ouders en scholen, met als doel de kansenongelijkheid tussen kinderen te verkleinen.
Er bestaan verschillende programma’s die gericht zijn op het verbeteren van de geletterdheid van het gezin. Zoals is vastgesteld in mijn vorige post, bestaat er bewijs voor positieve gevolgen van ouderlijke betrokkenheid bij de educatie van hun kinderen. Daarom is de verbetering van ouderlijke betrokkenheid een van de uitgangspunten in programma’s die familiare laaggeletterdheid willen verbeteren. Het inzetten van school en onderwijs door middel van thuisinterventie is een vaak gekozen benadering om ouderlijke betrokkenheid te stimuleren. Deze manier is relatief voordehand liggend, omdat onderwijzers al in contact staan met de ouders, dus ouders hoeven niet zelf de eerste stap te zetten en om hulp te vragen, wat eventueel een drempel kan zijn.
De programma’s
De programma’s kunnen uit verschillende activiteiten bestaan. Onderwijzers kunnen ouders instructies geven van huiswerk opdrachten zodat zij beter in staat zijn om hun kind hierbij te helpen. Ook kunnen scholen ouder-kind activiteiten promoten die communicatie verbeteren, door bijvoorbeeld het gebruik van speelgoed en boeken. Dan worden er gesprekken over de voorwerpen gehouden om de communicatievaardigheden te ontwikkelen. Het is belangrijk dat de focus ligt op de al bestaande vaardigheden van de ouders, in plaats van op de dingen die ze (nog) niet kunnen.
Deze manier van interventie is te zien in een Nederlands programma genaamd “Het Almere Project”. Hier hebben onderzoekers signalen gevonden dat de eerdergenoemde activiteiten een positieve impact hebben op school. Een open en uitnodigend schoolklimaat en door de school georganiseerde activiteiten hielp de ouderlijke betrokkenheid ontwikkelen, wat leidt tot betere literaire vaardigheden van kinderen.
Foto door Adam Winger op Unsplash
Is het effectief?
Er bestaat dus bewijs voor positieve effecten op de schoolprestaties van kinderen door middel van interventie methodes zoals training programma’s voor ouders in het assisteren in huiswerk en programma’s door onderwijzers om ouderlijke betrokkenheid te stimuleren.
Echter lijkt het erop dat de implementatie van deze programma’s soms onvoldoende is. Een reden hiervoor is slechte communicatie. De algemene opvatting van dit soort programma’s is dat het in open dialoog moet gebeuren met de ouders, in plaats van dat het hen opgelegd wordt. Helaas is in de praktijk vaak de connectie tussen de school, onderwijzers, het programma en de ouders niet goed genoeg. Met slechte onderlinge communicatie is het moeilijker voor leraren om bepaalde vaardigheden goed over te kunnen brengen aan ouders. Dit heeft natuurlijk een negatief effect op de effectiviteit van zulke programma’s.
This blogpost is about school programs and activities to improve parental involvement and family literacy skills, as a way to counter intergenerational illiteracy
Hi Anne! Echt een belangrijk aspect van alfabetisme waar je over schrijft. Kansenongelijkheid heeft grote impact op de maatschappij en ik vind het interessant om de verschillende kanten van dit probleem en eventuele oplossingen te leren kennen. Dankjewel! Er zijn dus wel grote onderzoeken en er is veel bekend bij scholen zelf, maar mijn vraag is of dit dan ook wel bij alle scholen doorgezet wordt? Wat is jouw mening over bijvoorbeeld eisen stellen aan het schoolsysteem dat hier in elke school in Nederland meer aandacht moet komen? En zou dat dan ook haalbaar zijn? En nog een keer: bedankt voor dit interessante stuk!
Hoi Judith, dankjewel voor je vraag!
Het probleem van lage lees- en schrijfvaardigheid bij kinderen is inderdaad bekend bij scholen, en er zijn ook manieren om daar mee om te gaan, door extra begeleiding door leraren, taaldeskundigen of interne begeleiders. Dit is ook het beeld dat ik zelf herken in de gang van zaken op Nederlandse (basis)scholen. Echter ben ik in de veronderstelling dat achterblijvende taalvaardigheden bij kinderen niet vaak in intergenerationeel perspectief gezien wordt. Hierdoor ontbreekt de begeleiding vanuit huis nog steeds, maar is er wel op school aandacht voor het probleem. (https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/nederlands/taalbeleid/)
Ik zou het natuurlijk goed vinden als hier meer rekening mee gehouden wordt en dat de rol van de ouders hierin niet onderschat wordt. Ik denk alleen dat het niet haalbaar is om harde eisen te stellen. Dit denk ik omdat er per kind en per gezin echt maatwerk geleverd moet worden. Zo moet er rekening gehouden worden met de precieze problematiek van het kind, de taal waarin gecommuniceerd wordt, en eventuele cultuurverschillen.
Dit is dus lastig te realiseren als beleid, en bovendien zal daar op veel scholen geen mankracht voor zijn.
Ik hoop dat dit je vraag beantwoordt!