Giulia's thoughts on language policies

Vleisboeket – een poging tot integratie

Bespreek een muziekvoorbeeld uit een van de Europese minderheidstalen. Toen ik het thema zag voor deze opdracht, was de eerste gedachte in mijn hoofd: ik schrijf over Schwäbisch! De regio in Zuid-Duitsland waar ik ben opgegroeid.

Hoewel ik niet echt Schwäbisch kan spreken, versta ik het meeste wel. En het heeft ook echt een charme. Helaas heb ik Schwäbisch al een keer genoemd in mijn blogpost over slechte taal. Die Kiche bleibt im Dorf, een komedie serie over het landleven in het diepe Zuiden, was een van de voorbeelden die ik hier noemde. Bovendien gaat het in deze blogpost over muziek. Mijn zoektocht naar originele schwäbische liedjes mislukte toen ik erachter kwam dat zelfs het Hofbräuregiment, een bekende band van het Stuttgarter Volksfest – de schwäbische versie van het Oktoberfest –  zijn liefdeliedjes over Stuttgart in Hoogduits zingt! Heilandzagg! Hoe kan dit? Blijkbaar wordt er niet veel energie besteed aanhet onderhouden van Schwäbisch binnen de maatschappij. Mijn laatste hoop was de Europese Charta voor regionale- of minderheidstaalen. De Charta is een conventie voor de bescherming en bevordering van talen die door traditionele minderheden worden gebruikt. Volgens de Raad van Europa werd deze conventie aangenomen om het culturele erfgoed van Europa te beschermen en om een Europa te stichten dat bouwt op democratie en culturele diversiteit. Duitsland heeft deze conventie getekend. Hierbij zou Schwäbisch een officiëele status als regionale taal hebben, toch? Nee dus. Schwäbisch staat niet op het lijstje van speciaal beschermde talen in Duitsland. Het was hopeloos. Ik moest me heroriënteren naar een andere regionale minderheidstaal. Mijn vriend, vloeiend in het Limburgs, stelde het meest voor de hand liggende voor: blief röstig en kal plat! Oke dan. Hier is mijn poging om een blogpost over het Limburgse erfgoed, meine neue Wahlheimat, te schrijven. Een poging tot integratie. En misschien ook een voorbeeld voor alle Schwaben, hoe een regionale minderheidstaal kan worden beleefd.

Mit de henj van de vloer en de veut in de loch

De Limburgse vastelaovend band Vleisboeket werd opgericht in Roermond een paar jaar geleden als antwoord op wat de zes mannen ouderwetse carnavalsmuziek noemden. Zij leggen het zo uit:

Ein paar jaor geleeje kwaame veer tot de droevige conclusie det de vastelaovesmeziek neet mit de tied mit geit. V’r sjtonge nog allemaol mit te zinge op plaate die 60 jaor geleeje gemaak zeen. Noe is dao opzich nieks mis mit, maar es men de tradisie van vastelaovend wilt veurzitte, det mot ouch de meziek mitgaon.

Vleisboeket op hun website

Nadat ik naar een paar liedjes van hen had geluisterd en van hun succes de laatste jaren had gehoord, was ik overtuigd dat ze heel goed werk hebben gedaan bij hun poging om de traditie voort tezetten. Hieronder staat een link naar een van de vele liedjes van Vleisboeket dat ik heb uitgekozen:

Het is een dansbaar, leuk liedje, passend bij de Carnavalstijd. Het Roermondse Limburgs is gebruikt als identiteitsmarkering van de carnavalsmuziek in al hun liedjes. Zelfs als er kaartjes worden verkocht of als er iets wordt gepost op Facebook is de voertaal Limburgs. Ze blijven consequent in hun taal. Natuurlijk past dit bij de doelgroep die ze willen bereiken: Carnavalsmuziek, gemaakt voor vooral jonge mensen. Vleisboeket beschrijft hun muziek als vernuujend, pop, hel, maar waal dansbaar en ein tikkeltje eigezinnig. Helaas is het groepje afgelopen jaar gestopt met muziek maken. Hun laatse optreden was het Vleisboeket Eindfees.

Een voorbeeld voor de Duitsers

Ik vindt het goed dat ze geen vertalingen gebruiken. Dat maakt het een beetje exclusief, maar biedt tegerlijkertijd ook een duidelijke regionale identiteit. Vooral helpt het om de regionale taal en traditie in leven te houden omdat zij nieuwe liedjes produceren voor oude tradities. Hoewel ik elk jaar de carnavalscommotie in Maastricht ontvlucht, en ook geen grote fan van Carnaval ben elders, gun ik de feestvierders een week vol plezier. Om eerlijk te zijn, is de kwaliteit van de liedjes op het Stuttgarter Volksfest, vergelijkbaar met de carnavalsfeestjes hier. De mix van pop en Schlager hits die men eigenlijk alleen maar kan toleren als men super ‘hyped’ of lichtelijk beschonken is, kan ik meestal maar een keer per jaar aan. Daarvoor ga ik liever naar huis. Ik denk dat de strategie van Vleisboeket effectief is om de taal te in stand te houden. Voornamelijk vind ik, dat liedjes in een regionale minderheidstaal goed passen bij regionale specifieke feesten. Het bijzondere aan Vleisboeket is bovendien dat het een groepje van jongeren is. Met hun muziek geven ze de taal een nieuw gezicht. Thuis in Zuid-Duitsland wordt Schwäbisch vaak gezien als de taal van de ouderen, en niet veel jongeren spreken Schwäbisch nog met plezier. Het wordt minder normaal de minderheidstaal te spreken. Ik denk dat de Schwaben in de Limburgers een voorbeeld kunnen zien, hoe een regionale minderheidstaal kan worden beleefd en onderhouden.

Bron van de informatie over Vleisboeket en de foto: https://vleisboeket.nl/new/

2 Comments

  1. Julia

    Hoi Giulia, dit artikel is erg levendig en gaat verder dan de blog opdracht, door verschillende regionale minderheidstalen te vergelijken, wat een erg interessant en leuk perspectief oplevert, ga zo door!

  2. patrick

    Hi Giulia, Charles was right, your Dutch is very good for a non-native speaker! But apart from this, a very nice piece on the Limburgish regional language, and I like the comparison with the German regional language. Hopefully there will be successful initiatives to maintain Schwäbisch virbant as well!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

© 2024 The L Word

Theme by Anders NorenUp ↑